Welkom
Zutphen in de prehistorie.
De Nederlandse stad Zutphen ontstond in de Romeinse tijd als Germaanse nederzetting op een rivierduinencomplex. De plaats is al meer dan 1700 jaar continu bewoond en is een van de oudste steden van Nederland. De naam Zutphen is ontstaan uit Zuid venne, een rivierduinencomplex tussen drassige weidegrond. De nederzetting bleef in de vroege Middeleeuwen op het huidige 's-Gravenhof bestaan in tegenstelling tot veel andere woonplaatsen in de Volksverhuizingentijd. Na de incorporatie van de IJsselstreek bij het Frankische rijk rond 800 werd Zutphen een grafelijk bestuurlijk centrum.
Maar jagers zwierven al veel eerder rond Zutphen, in de prehistorie . Rond 1100, 1200 voor Christus vond al permanente bewoning in Zutphen plaats. Laatst werd dat tot grote ontdekking van archeoloog Michael Groothedde ontdekt en dat hadden hij en mensen om hen heen hadden niet verwacht. Men ontdekte een grote grafheuvel, met resten van urnen uit de begintijd van de urnencultuur, gemaakt van grof aardewerk. Asresten van overledenen werden ofwel met, ofwel zonder urn in een uitgegraven greppel in de grafheuvel ter aarde gelegd. Over hoeveel mensen het gaat is moeilijk te zeggen.
Ook resten van vuurstenen gereedschap (zo'n tienduizend jaar oud) kwamen bloot te liggen bij de opgravingen van een terrein dat is gesaneerd en wordt klaargemaakt voor de bouw van vijftien appartementen en tien woningen. De naam van de straat is nu: De Halve Maanstraat in de Middeleeuwen genoemd naar
De grafheuvel raakte in de vergetelheid en latere bewoners uit de midden-ijzertijd (500-400 v Chr) stichtten er een nederzetting. Ontdekkingen stapelden zich letterlijk op want ook hiervan zijn resten van potten, maalstenen en kooksteen ontdekt.
Bronnen WIKIPedia en Contact Zutphen.
Zutphen in de Hanzetijd.
De Hanzestad Zutphen wordt getekend door zijn eigenzinnigheid en originaliteit.
Zutphen was rond 13oo verantwoordelijk voor bijna 20 procent van de totale economischewaarde van de Rijnhandel. Dit blijkt onder andere uit bewaard gebleven tolregisters van Lobithuit die tijd.
De graaf van Gelre en Zutphen had de burgers van Zutphen al tolvri]heid voor de Gelderse tollen gegeven bij de stadsrecht_ verlening van 1194/95.
Tien jaar later volgde een reeks van tolvrijheden op de Rijn, zowel in Duitsland als in Holland. Voor de tolvrijheid bij de kort na 1220 gevestigde tot bij Lobith moesten de Zutphenaren nog wel lange tijd strijden, maar ook daar mochten ze uiteindelijk tolvrij passeren. Zutphense kooplieden konden dus tegen lage transportkosten inkopen doen op de Keulse markten. Het werd de basis voor een grote economische bloei.
Vitte
Zutphense kooplieden waren in een grote regio actief. Al ruim voor 1302 waren voeren ze al in de Sont. In 1316 bevestigde de Deense koning de rechten van de Zutphenaren in hun “ vitte” op het schiereiland Skåne. Een Vitte was een juridisch autonome handelsnederzetting van een stad in het Deense deel van het Oostzeegebied. Op een vitte gold het eigen rechtstelsel van de moederstad van de kooplieden, die daar grotendeels op eigen voorwaarden hun koopwaar verhandelden. Zo groeiden ze in aantal en ontwikkelden ze zich tot markten met een breed productaanbod. De Zutphense kooplieclen kwamen met alÍerhande goederen in de Sont aan, uit vooral het Rijnland. Het belangrijkste handelsproduct was wijn. Vervolgens kochten ze in de Sont vooral haring in, die ze weer verkochten in Vlaanderen en het Rijnland.
Engeland
Ook in de Noord-Duitse Hanzesteden als Wismar, Stralsund, Danzig en Reval (Tallinn) waren Zutphense kooplieden actief en net als Vlaanderen (Brugge) was Engeland eveneens een inkoop- en afzetgebied. Daar verkochten ze onder meer molenstenen, timmerhout. bogenhout, bijenwas, haring, stokvis, pelzen en smeer.
(Bron: Musea Zutphen/Erfgoedcentrum Zutphen)
Zutphen als vestingstad
In de 9e eeuw werd er al een ringwal en een gracht om Zutphen heen aangelegd om de stad te beschermen tegen aanvallen van de Vikingen. Een deel van deze oude ringwal is intact gebleven. In de middeleeuwen groeide de stad uit tot een succesvolle handelsstad en aan het einde van de 12e eeuw kreeg Zutphen stadsrechten. De stad werd vervolgens ommuurd in de 13e eeuw en Zutphen werd ook nog eens uitgebreid. 1284 staat bekend als het rampjaar van Zutphen. Een grote brand verwoestte in dat jaar het grootste gedeelte van de stad. Na de opbouw van de stad ging het een stuk beter met Zutphen. De 14e eeuw was zelfs een soort Gouden Eeuw voor Zutphen. De stad werd toen namelijk de hoofdstad van het Graafschap Zutphen en de stad ging deelnemen aan de Oostzeehandel. Door de eeuwen heen werden de vestingwerken van Zutphen steeds versterkt. Vanaf 1874 werden de vestingwerken gesloopt, omdat ze overbodig waren geworden. Toch zijn er nog genoeg oude verdedigingswerken terug te vinden in Zutphen.
De Hanzestad Zutphen.
Een van de drie oudste steden van Nederland.