Welkom
Aankomst in Santiago
Ik loop door het straatje wat naar de kathedraal gaat. Als ik op het grote plein voor de kathedraal kom lopen daar allerlei mensen rond. Als naar een gebouw naar de overkant van het plein fiets zie ik daar andere fietsers staan, fietsers die ik in Villafranca en Cebreiro heb gezien. Een Engelsman en twee Spanjaarden. Er gaat bij hun een gejuich op als ze me in de gaten krijgen.
Pelgrimspas laten stempelen in Vèzelay
Boven bij de enorme St. Madeleine zet ik mijn fiets voor de ingang onder het reusachtige timpaan met Christus als Koning daarop afgebeeld. Ik sta, kijk en voel. Ik
voel een warme gloed van voldoening door mij heen komen. Dit heb je dan toch maar gehaald. Al kom je niet verder dan tot hier, het is goed. Ik fiets wat om de St. Madeleine en ga op zoek naar het klooster, waar ik een stempel op mijn pelgrimspas kan laten zetten. Ik vind het klooster en een sloffende monnik doet de deur open. Natuurlijk wil hij wel een stempel in mij paspoort zetten en terwijl hij dat doet, vraagt hij mij: "Wat is dat toch met die Hollanders die allemaal naar Santiago willen fietsen?" Hij vindt ons maar een sterk volk. Nou sterk, ik heb toch heel wat afgezweet op de tocht hierheen en erg gemakkelijk vind ik hem niet, maar ja......een mens is jong en wil wat.
Een ontmoeting onderweg
In de refugio van Logroño worden ik verwelkomd door een Nederlander, die morgen de gastheer, of de hospitalero zal zijn van de Réfugio. Hij is gisteren al aangekomen en heeft in die korte tijd in de Réfugio hier al heel wat meegemaakt. Hij heeft ruzie gehad met een "pelgrim". Die persoon deelde hem mee, dat zijn gezicht hem niet aanstond en maakte daar een handbeweging bij van de strot afsnijden. Hij was er erg van geschrokken en was blij dat hij even met mij kon praten in het Nederlands. Hij was naar de politie geweest om het voorval te melden, maar die kon niets doen, want er was geen misdaad nog gepleegd. De Nederlandse politie zou het zelfde gereageerd hebben. De hospitalero komt wat tot rust. Die avond ga ik samen met Giulio, een fietser uit Italië die ik onderweg heb ontmoet en een andere pelgrim die wandelend op weg is naar Santiago, eten in een restaurantje. Het is heel gezellig en we praten honderd uit over onze belevenissen. We gebruiken allerlei talen om ons verstaanbaar te maken.
In 1996 naar Santiago de Compostella in Spanje.
Een tocht van bijna drie maanden door kou en hitte, droogte en regen,
met eenzaamheid en vriendschap.