Welkom
Van een leien dakje?
Vannacht word ik wakker met nare en duistere, angstige gedachten. Ik besluit rustig te blijven liggen totdat het weer licht wordt. Als het licht is geworden ziet de wereld er al een heel stuk anders uit. Maar toch. Het beloofd een hete dag te worden en de route die ik fiets gaat dwars over de heuvels van Zuid-Limburg. Ik moet het maar rustig aan doen. Ik fiets eerst naar Berg en daar steek ik per abuis het Juliana kanaal niet over. Dat wordt dus goed op de kaart kijken. Bij Stein ligt de volgende brug over het kanaal, dus daar er over. Mijn tempo houd ik expres laag om mijn knie niet te forceren, wat aardig lukt. Na Stein fiets ik nog een heel eind langs het kanaal. Bij Elsloo weer over het kanaal en dan kom ik even aan het zoeken. Ik heb nog de beelden van de vorige keer in mijn hoofd. Maar die zijn omgekeerd omdat ik toen op weg was naar het noorden. Via Schimmert en Haasdal kom ik in het toeristenplaatsje Valkenburg terecht. Aan het begin ligt een pretpark en heel wat gezinnen zijn er naar op weg. Op een terrasje aan de Geul drink ik koffie met een vlaai, ik ben tenslotte in Zuid-Limburg en dan hoort een vlaai erbij. Mijn fiets, maar ook ik hebben toch aardig wat bekijks en men vraagt honderd uit. Na Valkenburg gaat het linksaf stijl omhoog. Een weggetje zo stijl! Een jaar of wat geleden ben ik hier naar beneden gegaan. Nu is het afstappen en “schuiven”.
Het zoveelste afscheid.
Ik neem uitgebreid afscheid van mijn buurtjes. Daphe helpt mij met inpakken van de haringen en Edwin zet thee. Edwin, Daphne en Mirthe brengen mij naar de poort. Mirthe vindt het maar niks dat ik wegga en probeert mij tegen te houden door mijn fiets beet te pakken. Maar ik ga toch en daal de berg af en ga via Gemmenich en Hombourg naar het begin van de route. Het gaat goed, geen pijn meer in de knieën! Dat is een hele opluchting. Nu geconcentreerd blijven fietsen en geen onnodig kracht zetten. Ik ben nu toch echt op weg naar Parijs. In het route boekje heb ik gelezen dat Laon al door de kelten werd bewoond. Toen kreeg het de naam Lugdunum: Berg van de Zonnegod. Ik als naturist en winterdepressiepatiënt moet daar toch in ieder geval naar toe. Als ik daar ben, kan ik altijd nog zien of ik met de trein weer terug naar huis ga.
Naar Parijs
In de schaduw van Vincent weer terug.